De rust was na de Eerste Wereldoorlog nauwelijks wedergekeerd of de spanningen liepen alweer op. Het is in deze context dat Pim Pernel, ook wel bekend onder zijn echte naam Pim Mulier, Italië bezoekt. Met zijn Italiaanse woordenboekje onder de arm stapt Pernel Italië binnen. Hij is klaar om het zogenaamde land van Mussolini met eigen ogen te bekijken.
In Naar het land van Mussolini (1926) beschrijft Pernel zijn reis door Italië. De schoonheid van de meren krijgt een plek in zijn reisverslag, en ook de beroemde steden Ravenna, Venetië en Florence komen aan bod. Na zijn bezoek aan de Noordelijke provincies reist Pernel af naar het hart van Italië, Rome. Hoewel de prachtige landschappen en steden worden geprezen, is Pernel allesbehalve positief over de Italianen. Italianen zijn smerig, lui en schreeuwen veel te veel. Italië wordt beschreven als een sociaal achtergesteld land, ondanks haar grote culturele en historische rijkdom.
Naar het land van Mussolini is dus niet, zoals je zou verwachten, een politiek getint reisverslag, maar tracht de indrukken van Pernel in Italië vast te leggen. Er zijn echter wel een aantal verwijzingen naar Mussolini in te vinden. Zo heeft Pernel bewondering voor Mussolini en zijn aanpak van dieven en bendes (Pernel 1926: 42) en noemt hij Il Duce (Mussolini’s bijnaam) zelfs een keer ‘De groote Mussolini’. (Pernel 1926: 58) Pernel lijkt bijna fan te zijn van Mussolini wanneer hij schrijft dat Mussolini in de kritieke jaren 1918 en 1919 feitelijk heel Europa op de been gehouden heeft. (Pernel 1926: 43) Pernel verwijst hier naar het feit dat Mussolini, in ieder geval in zijn ogen, Europa voor het communisme heeft behoed. Dit is voor Pernel van belang, omdat hij een enorme afschuw had van het communisme. (Rewijk 2015: 311)
Pernel verwijst zowel naar de grootheid van Mussolini als naar de veranderde rol van de Kerk tijdens de regeringsperiode van Il Duce: ‘Koning en Paus zijn gezien en bemind.’ (Pernel 1926: 156) Pernel geeft aan dat dit vijf jaar geleden, tijdens de regeringsperiode van de socialisten, wel anders was. Dat de Kerk weer belangrijk werd onder Mussolini klopt. De kerkelijke staat hoorde sinds de Inname van Rome bij Italiaans grondgebied. De paus van dat moment noemde zich na deze inname een gevangene van het Vaticaan. (Kertzer 2004) Onder Mussolini veranderde de positie van de paus weer met het Verdrag van Lateranen in 1929. (Pollard 1985: 46) Hoewel dit verdrag er nog niet was tijdens Pernels bezoek aan Italië, duiden kleine veranderingen al wel op een verandering in de positie van de Kerk. Zo schrijft Pernel dat priesters vroeger geen priesterkleed konden dragen op straat, maar tijdens de reis van Pernel in Italië bijvoorbeeld wel. (Pernel 1926: 156)
Hoewel Pernel te spreken is over Mussolini, is hij geen fan van het fascisme. Pernel schrijft dat hij niet denkt dat de dictatuur in Italië zal standhouden. Hij heeft bewondering voor hoe Mussolini Italië en een groot deel van Europa voor een ondergang behoed heeft, maar toch denkt Pernel niet dat Mussolini het zal redden. (Pernel 1926: 158-159) De afkeer van Pernel tegen het fascisme blijkt bijvoorbeeld uit deze uitspraak: ‘Dat zal het graf van de Zwarthemden worden, hun aanstellerij, hun geweldslust, hun bravour!’ (Pernel 1926: 159)
Naar het land van Mussolini beschrijft Italië door de ogen van Pim Pernel en geeft een idee van het Italië onder Mussolini. Of in ieder geval, dat doet de titel vermoeden. Want hoewel de titel een politiek reisverslag doet verwachten, is het uiteindelijk de culturele rijkdom van Italië die de hoofdrol speelt in dit reisverslag uit 1926.
Bibliografie
Kertzer, David I., Prisoner of the Vatican: The Popes, the Kings and Garibaldi’s Rebels in the Struggle to Rule Modern Italy, Boston 2004.
Pernel, Pim, Naar het land van Mussolini, ’s-Gravenhage 1926.
Pollard, John F., The Vatican and Italian Fascism, 1929-32: A Study in Conflict, New York 1985.
Rewijk, Daniël, Captain van jong Holland: Een biografie van Pim Mulier 1865-1954, Bornmeer 2015.